Wanneer je stratenmaker wil worden, begin je als opperman bestratingen op niveau 2. Als opperman bestratingen bestraat je wegen en trottoirs, maar ook tuinen, bedrijfsterreinen, parken en speeltuinen. Je voert zand en stenen aan, maakt passtukken en doet voorbereidende werkzaamheden. Zo zorg je dat de straatmaker goed zijn werk kan doen. Meestal ben je buiten aan de slag, waardoor je afhankelijk bent van het weer. Je werkt op plekken waar veel mensen komen, zoals winkelcentra en woonwijken. Tijdens je werk krijg je dus te maken met omwonenden, voorbijgangers en verkeer. Doordat je op verschillende locaties werkt, ben je vaak onderweg. Ook werk je met verschillende materialen, gereedschappen en machines.
Na deze opleiding kun je doorstromen naar de opleiding tot straatmaker op niveau 3. Als straatmaker stuur je een ploeg straatmakers aan, organiseer je het dagelijkse werk van je ploeg, bewaak je de kwaliteit en voortgang. Daarnaast onderhoud je contacten met de uitvoerder en rapporteer je aan je opdrachtgever.